Terug naar mijn favoriet

4 juli 2019 - Mashhad, Iran

Ik leef nog hoor!!! Ik was alleen maar even overspoeld met Iraanse gastvrijheid, waardoor ik letterlijk geen tijd had om een nieuw verhaal te plaatsen. Maar hierbij alsnog!

Ik mag weer even een paar weken in mijn lievelingsland zijn: Iran. Het land heeft bijzondere landschappen, prachtige steden en heerlijk eten, maar de reden waarom Iran van alle bezochte landen op 1 staat, is het volk. Dat maakt het verschil. Ik ben nog geen 10 minuten het land binnen als ik door een vrouw over de telefoon wordt uitgenodigd om bij haar en haar familie te overnachten. Ik ben aan het liften van de grens naar Mashhad en haar man is voor mij gestopt, maar spreekt geen woord Engels en ik kreeg niet helder of hij ‘mijn’ kant op ging. En dus belde hij zijn Engels-sprekende vrouw die mij vertelde dat haar man naar zijn huis ging, de andere kant op, maar dat ik dus wel met hem mee kon rijden om bij hun te bivakkeren. Ik sla de uitnodiging af, want ik wil vandaag nog naar Mashhad. Gelukkig is liften hier niet moeilijk en ben ik met 3 ritjes rond 15:00 uur op mijn bestemming. Mashhad is de heiligste stad van Iran vanwege de laatste verblijfplaats van Imam Reza, de 8e Imam van de Shiitische Islam en de enige van die imams die in Iran begraven ligt, in het Haram-e Razavi (kortweg ‘Haram’).

Het is nog maar halverwege de middag en het wordt pas rond 20:30 uur donker. Toch stel ik het bezoek aan de Haram nog even uit, want de dag was best intens met oa de pittige grensovergang tussen Turkmenistan en Iran. In plaats daarvan lummel ik wat in het park. Een man van rond de 50/60 jaar komt naast me zitten. Hij spreekt 3 woorden Engels van zichzelf en dankzij Google translate nog heel wat meer. Hij typt een zin in Farsi en leest de zin dan op staccato manier hardop. Na een paar minuten leest hij op dat hij een aantal jaar geleden in Amsterdam is geweest. Een paar minuten later de grappig gevormde zin: “Woman looking behind windows”. Ik maak een paar schuldbewuste opmerkingen. Hij vindt het echter allemaal niet zo’n probleem en kan er wel om lachen en met een guitige blik: “that was very interesting!”. Hij gaat weer aan het typen en leest dan de zin: “But woman are very expensive!”. Ik lach me rot en hij lacht heel hard mee.

Het restaurantje dat ik een paar uur later zoek en die mij is aangeraden door een medewerker van mijn hotel kan ik niet vinden. Een man in overhemd ziet mij zoeken en vraagt in het gebrekkig Engels waar ik moet zijn. Ik laat hem het briefje zien waar de naam in Farsi op staat. Hij denkt even na en wijst me dan waar ik moet zijn: op het kruispunt waar we vlakbij staan rechts. Het klopt niet met de beschrijving van de hotel-medewerker, want die had gezegd dat het aan de straat was waar we nu staan, maar hij klinkt overtuigend genoeg dat ik zijn aanwijzingen volg. Als ik een stukje die kant heb opgelopen en geen restaurant zie, besluit ik nog een hulplijn te zoeken en loop een apotheek in. De apotheker in witte jas weet de plek en wijst mij terug naar waar ik net vandaan kom. Hij ziet mijn verwarde blik en kruipt achter de toonbank vandaan, pakt mij letterlijk bij de hand en loopt met mij mee naar buiten, richting de plek waar ik net was. De apotheker zegt iets tegen een klant die met binnenkomt, ik neem aan dat ‘ie zegt dat de klant maar even moet wachten. Na 10 meter, de apotheker heeft mijn hand nog steeds vast terwijl hij voor mij flink doorstapt, verschijnt de man in overhemd die mij eerder hielp. Hij was tot de conclusie gekomen dat hij mij verkeerd gewezen had en had mij weer opgezocht om het recht te zetten. De man pakt mijn rechterarm vast en duwt me wat vooruit. Zo steken we samen het kruispunt over en bereiken we het restaurantje: aan de linkerkant word ik begeleid door de apotheker die mijn linkerhand vast heeft en aan mijn rechterkant door de man met overhemd die mijn arm vasthoudt. Ik kan niet anders dan lachen en weet: dit kan alleen in Iran...

De volgende dag ga ik naar het ‘Heilige der Heilige’. Het is een enorm complex van vele gebouwen, minaretten en heel veel courtyards, allemaal met gedetailleerde prachtige mozaïeken, poorten en fonteinen. Alles is om de centrale plek heen gebouwd, daar waar de tombe van Imam Reza ligt. De plek onderscheidt zich met een enorme gouden koepel (echt goud!) en de poorten naar de tombe zijn ook van goud. Er lopen duizenden pelgrims. De vrouwen bijna allemaal in zwarte chador. Ik zie veel gehandicapten, ontzettend oude mensen met stokken en rekjes en opvallend veel (hele) jonge baby’s. Dit is voor deze mensen de heiligste plek van het land en dat is te zien. Er wordt in de courtyards plechtig en heftig gebeden door vrouwen die daarbij meerdere malen buigingen maken van staand tot bijna liggend op het tapijt. Ik zie  een man bij de poort staan die met grote ogen staart naar de gouden koepel, de tranen lopen over zijn wangen. Weer iemand anders leest/bidt heel hard uit de Koran waarbij hij zijn bovenlijf constant heen en weer beweegt, alsof hij in trance is. Mannen en vrouwen werpen zich, gescheiden van elkaar, tegen de gouden  hekken van het centrale gebouw waarachter de tombe zich bevindt. Hun vingers grijpen het hekwerk, ze lijken niet meer los te willen laten. De binnenplaatsen worden daarnaast ook gebruikt voor aardsere zaken: er wordt een dutje gedaan, uitgebreid bijgekletst en ook hier voeren zij de nationale hobby uit: picknicken.

Naast de binnenplaatsen zijn er ook verschillende overdekte ruimtes waar men kan bidden of een dienst kan bijwonen. Één van de grootste ruimtes (en één van de weinigen waar ik als toerist/niet moslim naar binnen mag) is een gemengde open gebedsruimte met een dak dat gedragen wordt door tientallen zuilen. Het hele plafond (en de zuilen) is bedekt met miljoenen stukjes spiegel. Een enorm mozaïek wat het licht van de gigantische kroonluchters weerspiegelt. Het is eigenlijk behoorlijk kitsch, maar ook enorm prachtig en overweldigend. Het is er druk en voor de makkelijkheid laat ik mij maar een beetje meevoeren met de stroom mensen, zodat ik ondertussen rond kan kijken zonder tegen mensen aan te botsen. De stroom mensen gaat door een deur waarachter een kleinere ruimte is, maar waarin nóg meer stukjes spiegel lijken te zijn. De ruimte is te klein voor de hoeveelheid mensen en stapje voor stapje word ik naar links ‘meegenomen’. Dan wordt de sfeer opeens minder gemoedelijk: er wordt geduwd, verschillende mensen roepen en schreeuwen. Het is niet prettig, maar terug kan niet en dus laat ik mij maar meevoeren en blijf zo rustig mogelijk. De ruimte is simpelweg te klein voor de hoeveelheid mensen en dat zal zo wel beter worden. Denk ik. Want de realiteit is anders. Het wordt namelijk nog drukker en het geluid zwelt aan. Ik besef dat er alleen maar mannen om mij heen zijn en na een volgende hoek en deur zie ik waarom: we zijn in de ruimte van de tombe. Ik mag hier officieel helemaal niet zijn, maar doordat ik mij liet meevoeren met de stroom ben ik hier per ongeluk toch. Het is enorm heftig. Er wordt geduwd, getrokken, want iedereen wil zo dicht mogelijk bij de ‘kooi’ zijn waar de tombe in ligt. Als de kooi bereikt is klemmen ze zich, net als buiten maar nu veel intenser, vast aan het hekwerk. Ze strelen het staal. Kussen het. Er wordt gehuild, geschreeuwd en meer getrokken en geduwd. Kinderen worden boven het hoofd naar de kooi gedragen en worden met hun hoofd tegen het staal gedrukt. Ik zie de angst in sommige oogjes, maar besef dat de vader dit niet ziet. Die wil alleen maar dat het kind ‘de zegen’ krijgt door het zo dicht mogelijk bij het stoffelijk overschot van de imam te laten zijn. De mannen kunnen zich aan 2 zijden van de kooi vastklemmen, de andere 2 zijn voor de vrouwen die ik niet kan zien vanwege een hek/wand die ons scheidt. Maar ik hoor ze wel en het geluid dat ze maken overstemt bijna het deel van de mannen. Gehuil, gegil, geschreeuw. Het lijkt soms alsof er iemand vermoord wordt. Het is fascinerend en bijzonder, maar ook heel intens en heftig. Ook omdat er nog veel meer zintuigen geprikkeld worden: de warmte van de lijven om mij heen, de plakkerigerheid van de natte shirts en de bijbehorende geuren. Het is veel te veel en ik probeer mij een weg te banen naar buiten. Daar aangekomen zoek ik een rustig plekje in de schaduw om even bij te komen en te verwerken wat ik net heb meegemaakt. 

Dit soort heilige plekken hebben grote emotionele uitwerking op mij. Het is alsof ik meegenomen word in de energie van de mensen die hier oprecht in geloven, terwijl ik dat zelf helemaal niet doe. Ik vind dat altijd een beetje lastig om mee om te gaan.

Ik verlaat de Haram, haal mijn tas op (die mag niet mee naar binnen) en ga op zoek naar een winkeltje die mijn broek kan maken. Even lekker praktisch en niks heiligs. Mijn broek is bij het kruis gescheurd en aangezien ik maar 2 lange broeken bij mij heb (en ik hier niet in korte broek mag lopen), is het van belang dat ‘ie zo snel mogelijk gerepareerd wordt.

Ergens in de kelder van een bazaar vind ik een winkeltje waar ze mij kunnen helpen. Een vrouw is bezig om piepkleine zwarte steentjes op een zwarte chador te plakken. Het moeten er in totaal minimaal honderden zijn. Een oudere man zit achter de naaimachine en maakt patronen op een andere zwarte chador. De derde persoon in de kleine winkel is een jongere man. Hij heeft even niks te doen en wil mijn broek wel maken. Het is een gezellig en heel aardig trio. Terwijl de mannen een plan maken om het lastige gat in mijn broek te maken knoopt de steentjes-plakkende dame een gesprek aan. Zij spreekt een beetje Engels en ik inmiddels een aantal woorden Farsi en zo komen we een heel eind. Ik krijg een kruk aangeboden en thee en snoepjes. Een eerste poging om mijn broek te maken mislukt en alles moet weer met de hand uit elkaar gehaald worden om het opnieuw te proberen. Maar niemand die het erg vindt. Ik heb tijd, zij blijkbaar ook en we hebben het reuze gezellig. We hebben het onder andere over hun werk, mijn werk en mijn belachelijk lange vakantie, familie-omstandigheden, de situatie in Iran, Iraans eten en Nederlandse koeien.

Bijna een uur en vele koppen thee later is mijn broek klaar. Ik pak mijn portemonnee en vraag wat het kost. “Niets”, is het antwoord. Lief aangeboden, maar dit betreft een Iraanse gastvrijheids-vorm, waarbij het de bedoeling is dat je wel betaald. Maar hoe vaak ik ook aanbied, er wordt geweigerd. Ik schat in hoeveel het zou kunnen kosten en leg een nog ruimere hoeveelheid neer op één van de naaitafels, maar dat wordt resoluut terug in mijn handen geduwd. Ik weiger echter weg te gaan zonder te betalen. Niet alleen hebben ze mijn broek gemaakt, ze zijn er ook nog eens heel lang mee bezig geweest én ik heb ze door alle gesprekken flink van hun werk gehouden. Maar het mag echt niet. Op een gegeven moment staan ze letterlijk met z’n drieën “no!” Te schreeuwen en besef ik dat ik moet capituleren en hun belachelijk lieve aanbod moet accepteren... als ik dat uiteindelijk doe, met 1000x dank en handjes geven en zeggen dat ik het echt belachelijk vind, maar ook verschrikkelijk lief, wordt de sfeer weer wat relaxter. Ik word lachend uitgezwaaid en ze bedanken mij voor mijn komst en gezelligheid...

De Iraniërs zijn een bijzonder volk. Ik ben nog geen 24 uur in het land en ben nu al overspoeld door zoveel warmte, liefde en gastvrijheid. Ik wist het al, maar nu al is het weer bevestigd: voor mij, als toerist, is dit het mooiste en meest bijzondere land op aarde. Heerlijk om hier weer een maand te zijn!

Foto’s

4 Reacties

  1. Ida:
    5 juli 2019
    Lieve Boaz, wat fijn dat je zo geniet van je reis.
    Je spaart mooie liefde volle herinneringen die je mee neemt de rest van je leven. De mensen die je tegen komt reageren zo op jou omdat ze in jou een geweldig mens zien, jij geeft de bevolking heel veel terug voor wat je zelf van hen ontvangt. Liefs Ida
  2. Suzanne:
    12 juli 2019
    Iran: ik zou er bijna reislustig van worden..
  3. Ester:
    1 augustus 2019
    Beste Boaz, jij kent mij (nog) niet, maar ik heb een kijkje in je bijzondere leven van de afgelopen maanden genomen. Alle blogs met een glimlach en verwondering gelezen. Je kan mooi beeldend schrijven!

    Ik ben een vriendin van Gerdo en nu dus ook Carina :) van de week vertelde ik dat ik naar Iran op reis wil en zo kwamen we bij je blog. Je hebt me nog enthousiaster gemaakt, dus wellicht kan je me op weg helpen tegen die tijd.
    Eerst rustig je reis afmaken en voor nu bedankt voor al het moois wat ik van je heb kunnen lezen.
    Liefs Ester
  4. Boaz:
    3 augustus 2019
    Wauw! Dank voor je lieve woorden!
    Iran is the best... contact me voor meer info!