Een dikke bonus.

30 juli 2019 - Edirne, Turkije

(Met de nodige vertraging door de lange liftdagen die ik maak..)

Het is dag 154. Ik ben volop bezig met het laatste hoofdstuk van deze reis: het terugliften van de Iraans-Turkse grens naar huis. Een tocht van ruim 5000 km, waarvan ik er nu al 2951 op heb zitten. Een heel eind en ik ben inmiddels officieel op het continent Europa, al ben ik nog steeds in Turkije. De afgelopen weken ben ik op één lijn van west naar oost door Turkije gelift, met hier en daar een afslag als ik in de buurt was van een bijzondere plek of bezienswaardigheid. En dat was meer dan de moeite waard. Turkije is ongelooflijk mooi, vooral het oosten waar vooral veel Koerden wonen. Deze reis ging voor mijn gevoel vooral over de landen tm Iran. Vanaf daar begint de terugreis naar huis. Daarom voelt Turkije, vooral omdat het zo verrassend mooi is, als een hele dikke bonus.

De meest bijzondere plek was Nemrut Dagi. Een berg waarvan de top “kunstmatig” is. De top is namelijk de begraafplaats van een koning. Zijn stoffelijk overschot ligt in een kamer vol beelden. Vervolgens is de kamer afgesloten en is er een enorme berg stenen overheen gelegd, wat nu de top van de berg is. Voor zover ik weet is er nog nooit iemand in de graftombe geweest en ook ik kan er dus niet in. Maar gelukkig zijn ze toen, een paar duizend jaar geleden, ook bezig geweest met de buitenkant: er zijn 3 terrassen gemaakt, waarvan 2 worden ‘bewaakt’ door een aantal metershoge beelden. Allemaal uit enorme stukken steen gehakt. De hoofden zijn het mooist en ongelooflijk gedetailleerd. Door aardbevingen en erosie zijn de beelden grotendeels uit elkaar gevallen en de hoofden staan niet meer op de lichamen. Bij één terras hebben de archeologen de hoofden op een rij op een rij gezet, voor het ‘juiste’ lichaam. De hoofden van het terras aan de andere kant zijn alleen rechtop gezet, maar liggen verspreid. Ze zijn van verschillende goden, maar ook van een leeuw en adelaars. Het licht op de perfect uitgehakte gezichten, elk meters hoog, is prachtig. Het is één van de meest bijzondere archeologische plekken die ik ooit heb gezien en het is bizar, maar er is niemand. Ik en Angus zijn de enigen. Angus komt uit Engeland en heeft een auto+chauffeur gehuurd om een tour te maken langs verschillende “oude” plekken. Nadat ik 3 uur eenzaam met al mijn bagage omhoog de berg opgelopen was, bij gebrek aan enig verkeer waardoor liften onmogelijk was, reed Angus langs en kon ik met hem meerijden.

Het zijn niet alleen de beelden en het gebrek aan toerisme dat deze plek magisch maakt, het is ook de omgeving. De berg is één van de hoogste van de regio en het uitzicht is onvoorstelbaar mooi. Kilometers ver zie ik meren liggen, andere bergen, bossen en rivieren. Het is een plek om stil van te worden en dat doen we dan ook maar. Zwijgend lopen we om de top heen, van terras naar terras. We maken heel veel foto’s, want elke paar meter is het beeld weer anders en net zo mooi of nog mooier. Als we naar beneden lopen, terug naar de parkeerplaats, stelt Angus voor dat ik de rest van de dag mee kan rijden en de andere mooie plekken ook kan zien. Ik ga op zijn aanbod in en we hebben een ontzettend leuke mooie dag, waarin we niet alleen andere eeuwenoude plekjes opzoeken, maar ook zwemmen in de ijskoude rivier en door waanzinnige landschappen rijden.

Mijn volgende stop is twee dagen liften verderop: het bekende Cappadocia. Nadat ik een artikel heb gelezen dat Leonie mij eerder doorstuurde over het zuiden van Cappadocia wat net zo mooi schijnt te zijn als het noorden, maar dan zonder de toeristenbussen vol Japanners, besluit ik om alleen naar deze kant van Cappadocia te gaan.

Ik slaap in de homestay die ook genoemd wordt in het artikel en ik ben daar de enige toerist. Sterker nog, het oude stel dat er woont is hoogst verbaasd dat er een toerist aanklopt. Er wordt wat gebeld en mij wordt verteld dat “mademoiselle” eraan komt. Het blijkt de dochter van het oudere stel, Mesuda. Ik blijf er een paar dagen en omdat er geen restaurants in de buurt zijn eet ik er ook. Door het gebrek aan andere toeristen ontstaat er een familiaire sfeer. We eten samen, ik help mee met afruimen en als de opa en oma een bakje ijs krijgen, krijg ik die ook. Overdag loop ik rond in de prachtige omgeving met de typische Cappadociaanse rotsformaties waar eeuwen geleden hele huizen en kerken in zijn uitgehakt. Veel van deze rotshuizen worden nog steeds bewoond. De uitgehakte kerken zijn vaak beschilderd met fresco’s. Er zijn nauwelijks bordjes of wegwijzers en dus moet je zelf als een Indiana Jones op zoek. Precies wat ik fijn vind! Het is bizar dat de kerken vrij toegankelijk zijn. Er zijn geen suppoosten, geen hekjes, er wordt geen entree gevraagd en er zijn nauwelijks andere toeristen. 

Als ik samen met de familie het laatste diner eet (de volgende dag zou ik weer verder liften), zegt oma iets tegen opa, waarop hij naar hun kamer loopt en een dik boek haalt. Hij legt het op tafel neer. Ik heb het vermoeden dat het een fotoboek is vanwege de dikke pagina’s en dat ik dat na het diner bekijken moet. En inderdaad, nadat ik en Mesuda hebben afgeruimd, pakt opa trots het boek en legt het voor mij neer en zegt er iets bij, waarbij het enige woord dat ik denk te horen “complete” is. Ik begin braaf bij de eerste pagina. Het zijn geen foto’s die ik zie. Wel, keurig geordend naast elkaar: postzegels. Nederlandse postzegels. Deze meneer, een Turk, wonend in een eeuwenoud huis in zuid Cappadocia, is postzegelverzamelaar en voor mij ligt de complete postzegelverzameling van Nederland... De oudste postzegels, helemaal linksboven op de pagina, zijn uit 1852 en bedrukt met een afbeelding van Willem III (als ik het wel heb). Ik ben te verbaasd en te verward om iets zinnigs te zeggen. Ik kan alleen maar lachen... Ik sla de pagina’s één voor één om. Postzegels van 1, 3 en 5 cent, later komt Wilhelmina voorbij, dan Juliana en Trix. Ik herken verschillende postzegels van toen ik jong was. Als ik, omdat ik niet per see elke pagina uitgebreid hoef te bekijken een extra pagina omsla, wijst de enorm trotse opa mij er vriendelijk op dat ik een pagina vergeet. Er zitten hele vellen kerstzegels tussen en ook kinderpostzegels. De gulden maakt plaats voor de euro en de afbeelding van Willem-Alexander verschijnt. Opa wijst zegels aan die blijkbaar extra bijzonder zijn. Het is grappig hoe oma verderop zit en zich er niet mee bemoeit, terwijl zij de afgelopen dagen degene was die in alles de broek aan had. Ze kent duidelijk haar plaats als het om de postzegelverzameling van haar man gaat. Aan het einde van het boek, als ik meerdere malen heb gezegd hoe fantastisch het is dat zijn verzameling van Nederlandse postzegels compleet is, komt ze wel even tussenbeide, waarop hij zich omdraait en weer naar hun kamer loopt. Ik ben doodsbang dat nu het volgende boek gehaald wordt met de postzegels van België, Frankrijk of Duitsland en zeg snel dat ik een belafspraak heb met het thuisfront. Niet helemaal waar, maar ook niet helemaal gelogen, omdat ik met die hele leuke man zou facetimen. Als ik daadwerkelijk met hem aan het facetimen ben en vertel over de postzegelverzameling en hem het boek laat zien, probeert opa achter mij in beeld te komen én te blijven om te laten zien dat hij de trotse eigenaar is van deze verzameling...

Buiten deze plekken leveren de verschillende liftauto’s ook mooie en vreemde momenten op. Zo lift ik mee met een man die rondrijdt met de nodige stierensperma dat hij aan verschillende boeren probeert te verkopen. Hij is getrouwd en heeft een dochter. Nadat hij trots foto’s heeft laten zien van de twee dames, blijkt dat de situatie thuis toch minder vredig is dan het lijkt: hij vindt zijn huwelijk een “mistake”, maar wil niet scheiden vanwege zijn dochter, maar gaat ondertussen wel regelmatig met vrienden een weekend weg om zo andere vrouwen te vinden om seks mee te hebben...

Ik krijg ook een lift van Ali, een enorm aardige gast, die mij met veel Turkse vriendelijke woorden in zijn auto verwelkomt. Een paar minuten later op de snelweg zie ik iets glimmen tussen zijn stoel en het gedeelte van de handrem en heb ik geen twijfel over wat ik zie: een pistool. Als ik er iets over noem op een grappige manier, laat hij hem enthousiast zien en propt hem bijna in mijn handen. Ik schrik terug en zeg dat ik hem echt niet hoef vast te houden. Ali spreekt nauwelijks Engels, maar met behulp van Google translate kom ik erachter dat hij dit pistool heeft, omdat hij onderweg is naar Syrië om daar te vechten... Ik vraag via Google translate of hij niet bang is, zijn antwoord: “We believe in God”.

Ik reis met mensen mee die Erdogan haten en een auto later rij ik mee met zijn grootste fan. Ik zit niet alleen in auto’s en trucks, maar ook achter op de brommer en bij Achmed op de motor-met-achterbak. Achmed komt uit Irak en woont nu als vluchteling in Turkije.

Ik maak ook een detour naar een nationaal park. Mehmet en ‘miss Yellow’ hebben mij daarvoor uitgenodigd nadat ze voor mij gestopt zijn. Ze zijn in totaal met 4 families, waarmee ik BBQ in de bergen. Daarna gaan we naar een open-air-film en nodigen zij mij bij hun thuis uit waar ik slaap in de pilates-studio van Miss Yellow.

Ik ben nu dankzij 75 auto’s 2951 km van de Iraans-Turkse grens verwijderd. Ik ben bijna in Bulgarije. Thuis komt nu heel dichtbij. En eerlijk gezegd: ik kijk daar best heel erg naar uit!

3 Reacties

  1. Leo:
    3 augustus 2019
    .. en hello again baardje 😏
  2. Leo:
    3 augustus 2019
    Oh oeps die hoorde bij je vorige blog (zie dat ie er weer af is 😢)!
    Oef, toch jammer dat ik niet nog een stuk verder met je mee kon reizen voor deze vette bonus!
  3. Boaz:
    3 augustus 2019
    We gaan gewoon weer een mooi nieuw reisje plannen!