Chagrijn, mama Ludmila en die hele leuke man

1 juni 2019 - Turkestan, Kazachstan

Door verschillende omstandigheden met weer wat vertraging...

Kyrgyzstan is prachtig. Supergroen en glooiende heuvels die mij aan Mongolie doen terugdenken. Verderop hoge bergen met besneeuwde toppen en dichtbegroeide bossen met naaldbomen. Grote kuddes paarden in allerlei kleuren en hier en daar een verdwaalde yurt. Ik loop naar prachtige meren, soms diepdonkerblauw, soms turquase. Het is allemaal wonderschoon en toch is er iets in dit land wat het allemaal een stuk minder leuk maakt: het chagrijn van die mensen hier... Ze kijken niet alleen chagrijnig, ze zijn het ook... Ze zeggen alleen het hoognodige, geen gezellige introductie, geen bedankt en geen gedag. De vrouw die de homestay runt lijkt me liever niet te willen hebben dan wel, terwijl ze door mij geld verdienen kan. 

Op dag drie word ik uitgescholden en dreigt de man in kwestie mij met een enorme stok die hij gebruikt om de schapen en geiten te hoedden te slaan, omdat ik de beesten op de foto zet, die zo grappig met honderden over de weg lopen. Dat ik die foto maakte van de kudde was voor hem reden om uit zijn vel te springen... later op de foto’s zag ik dat hij eerder al, toen hij nog ver weg was, een middelvinger had opgestoken. Ik zal de foto toevoegen... 

Tuurlijk, niet iedereen is zo onaardig, maar het zijn dan echt uitzonderingen. Letterlijk op één hand te tellen...

Ik dacht dat het misschien met de Ramadan te maken had, maar helaas: toen ik 's ochtends vroeg (en ze dus net allemaal gegeten hadden) door het kleine dorp van mijn homestay naar de grote weg liep om de bus te pakken kwam ik negen mensen tegen. Iemand ging naar het werk, een ander bracht haar kinderen naar school en de volgende liet haar koe uit. Ik heb ze alle negen keurig begroet met een lach en een vriendelijke "goeiemorgen". Geen van de negen heeft iets terug gezegd. GEEN! Van twee kreeg ik, nadat ik ze stug bleef aankijken, een heel zuinig knikje...

Zelfs als ik voor de derde keer in twee dagen in hetzelfde lokale restaurantje kom eten, normaliter een reden om los te komen en fijn contact te hebben, wordt mij nog net een blik van herkenning gegeven en de vrouw in de keuken laat een flauw lachje zien, maar dat is het. Er wordt niks gezegd en ook geen 'dag' als ik ze, voor de derde keer dus in twee dagen tijd, bedank en begroet.

Al na een paar dagen heb ik verschillende situaties meegemaakt die mij duidelijk maken dat het chagrijn veel dieper zit. Want hoe ze met elkaar omgaan is hard en niet gezellig. Er breekt een gevecht uit tussen twee mannen in het minibusje waarin ik zit. Het gaat er echt hard aan toe, wat ik gezien de beperkte ruimte in het busje niet heel rustgevend vind. Even later blijkt dat dit 'gewoon' een begroeting was en dat het vrienden zijn... Een paar dagen later, wederom in een minibusje, wordt een jochie wagenziek. De moeder vraagt aan de chauffeur om even te stoppen. Het kind stapt uit de bus en probeert een paar meter verderop in de berm over te geven. Het lukt niet erg en de tranen staan in zijn ogen. Moeders is gewoon in het busje blijven zitten en schreeuwt naar het kind. Ik kan het niet verstaan, maar ze klinkt echt boos en door de reactie van het jochie begrijp ik dat de boodschap ook niet erg aardig is. Het kind geeft uiteindelijk over (héérlijke real-life-tv voor de hele bus...) en stapt weer in. Hij wordt door zijn moeder hardhandig op de stoel gezet en snauwt hem nog even extra af. Geen kus, geen lieve woordjes, geen arm om hem heen. Met hun dieren gaan ze niet anders om, het bizarste beeld: een hele oude oma, mét grote gele zonnebril, zit drie kalfjes achterna in de kleine wei waar ze rondlopen. De stok in haar hand hoor ik door de lucht zoeven en met een keiharde 'pats!' neerkomen op één van de kalfjes. Ze rennen weg, maar de wei is klein en ze staan in de hoek. Pats! En nog een keer, pats! En de reden is mij nog steeds onduidelijk, want ze stonden en bleven gewoon in de wei...

Een land wordt wat mij betreft vrijwel altijd gemaakt door het volk. Hoe mooi het land ook is, ik heb het hier niet naar mijn zin en ik voelde me al niet geweldig. En dus besluit ik het land voortijdig te verlaten. Ik haast mij naar Bishkek en koop een treinkaartje voor de eerste trein het land uit, naar Kazachstan. De rit zal ongeveer 16 uur duren, daarna rijdt de trein verder, helemaal naar Moskou. 

Het is heel rustig in de trein, ik deel de coupé, waar plek is voor zo'n tachtig man, met twee oudere dames. Ze reizen niet samen, maar ze zijn wel alletwee Russisch. De ene, die wat meer op zichzelf is, gaat tot het eindpunt. De ander zit 'maar' twee dagen in de trein en zal uitstappen als Kazachstan doorkruist is.

Door het heftige verkeer van Bishkek had ik de trein trouwens bijna gemist. Ik zat eerst in een bus die naar het station ging en die na een half uur nog maar een paar van de 30 bushaltes had gehad. Ik ben uit de bus gesprongen en heb een taxi gezocht en gezegd dat hij moest gassen... Helaas heeft Bishkek op ELK kruispunt stoplichten en dus ging ook dat niet zo vlug. Doordat hij de laatste stoplichten 'genegeerd' heeft was ik op tijd op het station. Maar vervolgens werd ik tegen gehouden bij de ingang voor tassencontrole, riep het mannetje “bagage” en gebaarde mij naar een plek buiten om het station heen. Met nog een paar minuten te gaan zet ik het op een rennen. Ik heb geen idee wat de man bedoelt en zie een brug over het spoor. Ik zie niets anders en loop de brug op, maar zie vervolgens beneden mijn trein staan, gewoon op het eerste perron. Ik ren vloekend weer terug en zie dan een opening in het hek, die rechtstreeks uitkomt op het juiste perron. Ik kijk snel om mij heen en besluit de gok te wagen. Ik krijg gelukkig niemand op mij af...

Ik zit uit te hijgen in de coupé, blij dat ik hem gehaald heb en kijk een beetje naar buiten als ik opgeschrikt word door hard getik op het tafeltje. Het is één van de dames die wil weten of ik thee wil. “Uh, ja, lekker?”. Ludmilla is 63 en vanaf dat moment ontfermt ze zich over mij, waardoor ik haar al snel “mama Ludmilla” noem. Ze deelt haar tomaten, enorme radijzen, gekookte eieren, gekookte aardappels, koekjes, brood, noten en ze brengt me thee. Er is in eerste instantie maar één beker, die ze zelf heeft meegenomen, dus we drinken nooit gezamenlijk. Na een paar uur bereiken we de grens en de grenscontrole is een ‘echte’ ouderwetse controle in Sovjet-stijl: alles, maar dan ook alles wordt gecheckt op drugs. Acht mannen in legeruniformen bezetten onze coupé. Alle bedden gaan ‘open’ en ook al onze bagage. En dan niet alleen de tas... Alle potjes in de toilettas gaan open, vrijwel elke bladzijde van elke reisgids wordt nagekeken. Mijn broeken worden uitgerold en elke rits wordt open geritst. Dat geldt ook voor de andere twee dames. Wat bij mama Ludmilla een enorme operatie is vanwege alle tassen die ze mee heeft (vol met etenswaar en sigaretten, alles precies volgens de toegestane hoeveelheid). Het duurt uren en de coupé is een ravage. En dan te bedenken dat er maar drie reizigers zijn, van de ongeveer tachtig die erin passen. Maar na deze controle kunnen we de boel nog niet inpakken, want er worden drie drugshonden de trein in gelaten die alles nog even besnuffelen. Na vele uren stilstaan is alles goedgekeurd, worden er stempels gezet en kunnen we verder.

Mama Ludmilla maakt deze reis elke paar weken (ze woont de helft van de tijd in Rusland en de andere helft in Kyrgyzstan) en ze weet op welke stations we langer stil staan zodat we een rondje kunnen lopen. Al het eten en activiteiten worden geïntroduceerd met korte woorden/bevelen, vaak in mime vanwege de taalbarrière. Eten. Meer eten. Lopen. Thee. Ze is hierin duidelijk en ‘streng’ en duldt geen tegenspraak, maar haar blauwe ogen zijn zacht, oprecht, zorgzaam en liefdevol. Haar gezicht laat sporen zien van een groot verleden én van de vele sigaretten die ze rookt, wat ze altijd keurig in het rookhalletje doet.  Ze besluit dat het gezelliger is als ik mijn bed naast die van haar opmaak, i.p.v. mijn ‘originele’ bed eentje erboven. En als mama Ludmilla het wil, gebeurt het ook. Met het bloemetjesmotief van de bedden, het tafeltje vol eten op een ‘tafelkleed’ van kranten is het oprecht gezellig, alsof ik bij oma op bezoek ben. Het is, helemaal na het chagrijnige Kyrgyzstan, een bijzondere ervaring. Mama Ludmilla heeft geen idee hoe ze mij raakt met haar warmte en liefde.  Als we gaan slapen bedank ik haar voor de goede zorgen, want ik kom midden in de nacht aan en wil haar niet wakker maken. Ik geef haar een hand, ze beantwoordt hem met een kus. Ik slik mijn ontroering weg en val met een grote glimlach in slaap.

Dit zou het einde zijn van dit verhaal, maar dat is het niet, want ik heb iets recht te zetten.

In mijn blogs vertel ik zo open mogelijk over de belangrijke ervaringen van deze reis en hoe ik het weg zijn beleef. Er ontbreekt tot nog toe echter één persoon in al deze verhalen, die wel degelijk een heel belangrijke rol speelt tijdens deze reis...

Vlak voordat ik weg ging, ontmoette ik een  hele leuke man. Het was absoluut niet de planning om iemand te ontmoeten, zo vlak voor de reis, maar soms gaan dingen zoals ze (moeten) gaan. We hebben veel contact gehad de afgelopen paar maanden en dat is ontzettend leuk en fijn. En tegelijk is het soms ook ontzettend lastig. We missen het fysieke contact, wat ontzettend frustreert. Maar we zijn de eerste maanden doorgekomen en ik ben hem alleen maar leuker gaan vinden. Ik schreef eerder dat ik door verschillende zaken het leven thuis moeilijk achter mij kan laten en dat ik overwogen heb om (tijdelijk) naar huis te komen. Uiteraard is hij hier ook een onderdeel van, wat eigenlijk alleen maar een goed teken is...

Nog bedankt voor de lieve reacties die ik kreeg nav mijn laatste verhaal! Naast het vertrekken naar ‘gezelligere’ oorden en het uitspreken van mijn gevoel hebben jullie lieve woorden ook heel erg geholpen!

Foto’s

3 Reacties

  1. Renee Nijenhuis:
    1 juni 2019
    Net even 'bij gelezen' (brrr, die aardbeving!) en ik vind het mooi dat je ons, terwijl je zo ver weg toch zo dicht bij je weet en durft te laten. Wens je een fijn vervolg toe en heel veel liefde op afstand (en straks thuis) ;-)
  2. Elmar Noteboom:
    2 juni 2019
    Heerlijk jouw verhalen! Ik geniet ervan!! Fijne reis verder!
  3. Boaz:
    4 juni 2019
    Dankjulliewel Elmar en Renee!